Category

Mitsen en Maren | 04-12-2008

‘Hé jij’,
Zei de IJzervaren tegen
mij
‘Jij bent een kannibaal,
jij eet planten op grote schaal.’
Luister varen,
een kannibaal eet soortgenoten
al dan niet bespoten.
Dus je verhaal klopt niet
helemaal.
‘Jullie stammen van planten af,
nog vóórdat er een spoor van
ander leven gaf.
Je kunt ook leven van lucht en
mineralen
of moet ik dat soms chemisch
voor je vertalen.
Je zet ons zelfs in potten
voor het raam
naast de cactus waar ik mij zelfs
in mijn
slavenbestaan voor schaam.’
Ben gerust, jij kloeke varen,
ik lust je niet,
geef meer om kool, witlof of
rode biet.
‘Nog discrimineren ook, jij bent
lid van een apensoort zonder moraal.
Ik sta hier teveel in het licht, te droog,
zonder water.
Je wilt toch dat ik de lente haal’
Ik ben geen plantenfluisteraar en geef toe,ik leef in troebel water, liever lui dan moe.
ik leef in troebel water, liever lui dan moe.
Begin een varenbevrijdingsfront,
in de kern eet ik planten uit zaden
van de boerenbond.
‘Nou en…’
Ik eet ook kippen, konijnen, schapen, koeien
en andere wezens van de vegetariërsclan
‘Die griezels hebben geen vrije natuur
ik hoor het al jouw natuur is insecuur.
En dan wat jullie aan planten roken
en bovendien bomen kappen gewoon om
op te stoken.
Wij planten zijn per definitie mensenbuit
worden met vreemde typen in heet water
gesmeten en later samen, met stukjes
plantenvlees
ook nog gekruid en opgegeten.
Zoals ik het zie,
Neem melk, yoghurt, kaas zoals romige brie.’
Daar, stond ik dan te luisteren naar een
preek van een IJzervaren.
Kon alleen maar tasten naar verweer zoekend
naar mitsen en maren.


Pierre Maréchal ©