Category

4 Maal vijfhonderd jaren

De schaduw zet zijn tanden vooruit.
Schimmig kijkt hij om naar zijn nakomer.


Nog even, dan breekt de aanzwellende nacht door.


Nog even dan klinkt er muziek van een ander koor.


Raast er het nachtelijke geheimspel
van kat en muis; ’t wordt heksenzomer.


Dan, heerst daar lichtend vuur en vult de lucht
met de opwekkende reuk van verbrande kruiden.


En de maan lacht vol; het is er bijna, het
sympatische heksenuur.


Nog één heel jaar, nog een zomer hierna,
dan zal de Phoenix herrijzen uit het
as van het helse kruidenvuur.


Om voor de vierde maal zijn reuzencyclus van
vijfhonderd jaren nieuwe tijd in te luiden.


Knarsentandend zet de schaduw zijn tanden vooruit
Nog even tijd, nog even strijd,
nog even de vurige tongen van een hete zomer.


Pierre Maréchal ©